De St. Pietersberg van noordelijk Maastricht

Auteur: Berto Aussems

04-01-2021

Soms noem ik de noordwestelijke helling gekscherend de St. Pietersberg van noordelijk Maastricht.

Er zijn immers overeenkomsten tussen de St. Pietersberg en de noordwestelijke steilrand:

  • Er is aan beide kanten een fort aanwezig,
  • Beide ‘bergen’ zijn deels afgegraven, noordelijk voor klei en zuidelijk voor mergel.
  • Ze beschikken over fragmentarische stukken ‘wilde natuur’.
  • Beide herbergen een gehucht: St.Pieter boven en Oud-Caberg
  • Beide gebieden geven een Bellevue over de Maasvallei.

De-St.-Pietersberg-van-noordelijk-Maastricht

Er zijn echter ook verschillen:

  • De St.Pietersberg is van oudsher toeristisch, met veel wandelpaden.
  • De noordelijke kant heeft in het verleden de groeven als stortplaats gebruikt.
  • Dit gebied is nog niet ontsloten voor stadsbewoners en toeristen van buiten.
  • Er is geen uitspanning zoals Bergrust; het geeft alleen speeltuin Fort Willem.
  • Het noordelijk gebied maakt een verdergaande bedrijfsuitbreiding door.

Toen ons gezin in 2006 in Caberg ging wonen kregen wij een huis met vrij uitzicht. Vanuit de huiskamer zien we op ongeveer 15Km afstand de schoorsteen en affakkel toren van de DSM. Korterbij kijken we uit over de industrie van de Beatrixhaven. Nog korterbij zien we de groene omgeving van Bosscherveld en Belvédère. Sinds de herontwikkeling van deze wijken is er veel veranderd. Vooral de aanleg van de Belvédèrelaan is belangrijk geweest. Opeens kan men de bebossing van de noordwestelijke heuvel goed zien. Afgelopen jaren ging ik regelmatig het gebied verkennen. De wilde flora en fauna spreekt mij bijzonder aan. Ik ging onder en over afrasteringen om het terrein binnen te gaan. Je kan duidelijk zien dat de helling vanaf het Rondeel tot aan de grens een stort is geweest. De humus toplaag is dun en overal zie je plastic en scherven aan het oppervlakte komen. Alleen het glooiend weiland langs de Carl Smulderssingel is vrij van troep. Daar kunnen de Limousin koeien lekker grazen.

Momenteel is de natuurcompensatie van het Belvédère gebied in volle gang. Vanwege het nieuwe noorderbrug tracé zijn veel nieuwe bomen, hagen, struikgewas en bodembedekkers aangeplant. In het begin was dat voornamelijk in de Fronten; nu is ook het noordelijke gebied aan de beurt. Het is jammer dat de groene noordelijke helling door het bedrijventerrein aan het Rondeel en de Sandersweg onderbroken word. Dit is een gemiste kans van de gemeente Maastricht om de bedrijfsbestemming in dit gebied op te heffen. De panden aan het Rondeel zijn immers van de gemeente. Opmerkelijk is de aanleg van het nieuwe milieupark op deze oude stortplaats. De Sandersweg en de Belvédèrelaan zijn de enige wegen die de steilrand vanaf de lage Fort Willemweg tot aan de grens doorkruisen. De Sandersweg is al enkele jaren geblokkeerd voor doorgaand verkeer. De Belvédèrelaan heeft fauna onderdoorgangen aan de helling kant. Het zou mooi zijn als de bedrijfsbestemming voor de Belvédère groeve veranderd naar natuur. Het is mij opgevallen dat in de hete zomers de aangelegde poelen bij de steilrand snel opdrogen. Dieren, vogels, insecten moeten ver gaan om aan water te geraken.

De opgehoogde Belvédère groeve, aan de overkant van de gemeentelijke afvalzorg, is door de schaduwrijke ligging uitermate geschikt om te dienen als waterrijke biotoop. Een ander gebied dat voor herbestemming in aanmerking komt is gelegen noordelijk van Fort Willem. Het driehoekig terrein links van de Cabergerweg is al jaren in gebruik als landbouwgrond met monoteelt van bieten of mais. Het zou een uitkomst zijn als dit stuk land een groene bestemming voor de buurt zou krijgen, bij voorkeur als voedselbos. Voorstellen daartoe heb ik al jaren geleden ingediend,
echter zonder resultaat. Wat wel is aangelegd is een hellingpad vanaf de Carl Smulderssingel door een bosje naar de Belvédèrelaan. Het is het begin van een wandelpad dat in noordelijke richting langs en over de steilrand gaat lopen. Mijn laatste wens is om het lege bedrijfsterrein aan de Sandersweg een publieke functie te geven. Ik ben overtuigd dat daar, boven aan de S-bocht, een uitkijktoren een prachtig uitzicht geeft over de noordelijke Maasvallei. Niet al te ver van het centrum zou daar behalve in de winter een beperkte horeca functie op zijn plaats zijn. Een goedlopende uitspanning, zoals Bergrust, kan hier ook slagen.

De toekomst van het gebied zal afhangen van politiek, de gemeentelijke diensten, betrokken bewoners en de inspraak van natuurverenigingen. Van de 60 bewoners van de twee wijken kan je moeilijk inspraak verwachten. Het is soms complexe materie waarmee men te maken krijgt. Procedures kunnen lang duren en dan is er nog de financiering. Ik hoop dat de noordelijke St. Pietersberg voor de stadsbewoners een mooie aanvulling gaat worden op die van het zuiden. Dat de meer dan tienduizend bewoners uit de wijken van noordwestelijk Maastricht de natuurbeleving van deze omgeving gaat waarderen en genieten.